Responsive image

1.48 Overleden UBO

Download de app voor meer functionaliteit.

1.48 Overleden UBO

Een UBO in het kader van FATCA en CRS is een natuurlijk persoon die het uiteindelijk belang heeft in een vennootschap of andere juridische entiteit. Als die persoon is overleden dan gaat het door die persoon gehouden belang over op een ander, doorgaans de erfgenamen. Een overleden persoon kan geen stemrecht hebben, aandelen houden of het feitelijk voor het zeggen hebben. Dat betekent dat een overleden UBO niet behoeft te worden gerapporteerd. Het overlijden van een UBO kan gezien worden als een wijziging van omstandigheden. Artikel 6, derde lid, eerste alinea, UB CRS, luidt:

Een rapporterende financiële instelling die op basis van een wijziging van omstandigheden weet of redenen heeft om te weten dat de laatst verkregen eigen verklaring van een rekeninghouder of van een uiteindelijk belanghebbende dan wel andere documentatie die is gebruikt voor het vaststellen of een rekening een te rapporteren rekening is, onjuist of onbetrouwbaar is, volgt opnieuw de procedures die zijn opgenomen in bijlage I, sectie V, onderdeel D, van Richtlijn 2011/16/EU om vast te stellen of sprake is van een te rapporteren rekening.

Voor FATCA staan in de NL IGA in Bijlage 1 onder IV.D vergelijkbare bepalingen. Een nieuwe procedure is met name nodig om de erfgenamen te identificeren en vast te stellen of hun gegevens al dan niet moeten worden gerapporteerd. Is dat het geval dan zal de betreffende rekening aan het einde van het jaar moeten worden gerapporteerd met nieuwe uiteindelijk belanghebbenden.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.